Twee torens

Verslag familiezondag 7 september

Zondag was de eerste Familie­zon­dag van het nieuwe werk­jaar, en onze nieuwe pastoor deed mee. Hij was nog druk met inruimen, allerlei regel­zaken en het kennis­ma­ken met de pa­ro­chie. “Ik moest naar Someren, maar daarvoor moest ik Google Maps gebruiken”, grapte hij. Ook de familie­zon­dagen waren nieuw voor hem. “Maar ik ben dank­baar dat ik deel mag hebben aan zo’n mooi project en mag helpen het te laten groeien”, zou hij na afloop zeggen.

Toren van Babel

Deze zon­dag ston­den twee torens centraal. Zowel de ouders als de kin­de­ren spraken over de Toren van Babel. De mensen wer­den steeds slimmer en wil­den een toren bouwen. Maar God was bang dat ze de baas over elkaar zou­den gaan spelen, zou­den denken dat ze Hem niet meer nodig had­den en zelfs zelf God zou­den willen zijn. Daarom stichtte God ver­war­ring in hun taal. Ze kon­den niet meer samen­wer­ken en de toren werd nooit afgemaakt.

De kin­de­ren ver­werkten dit met spel­le­tjes, waarbij opdrachten wer­den gegeven in vreemde talen. Soms kon­den ze een paar woor­den verstaan, soms niet. Pas toen ie­der­een elkaar begon te helpen kon er een klein torentje gebouwd wor­den.

Kerktoren

Maar onze kerk heeft ook een toren. Vindt God dat dan ook niet goed? Toch wel, want wij komen er samen om te bid­den. God heeft geen tele­foon, maar je kunt wel altijd en overal met Hem praten. Praten en luis­te­ren met liefde is be­lang­rijk. Als je een probleem hebt, praat erover met God en met elkaar. Probeer het niet allemaal alleen op te lossen.

Ook de ouders spraken over de Toren van Babel. Maar de pastoor preekte over het Evan­ge­lie waarin Jezus mensen oproept om er echt voor te kiezen om Hem te volgen, zelfs als je daarvoor andere dingen los moet laten. “Als je een toren wilt bouwen, denk dan eerst na of je dat kunt betalen”, ver­telde Jezus. “Als je kiest voor Jezus moet je soms je kruis opnemen”, legde de pastoor uit, “maar laat je liefde voor God en je naasten steeds op één staan”. Een bood­schap waar jong en oud mee vooruit kan - met twee, drie, zelfs vier torens in het achter­hoofd.